Vandaag zijn door Arie Slob naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 april 2011 over de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte de volgende 3 moties ingediend in de Tweede Kamer. Dit debat is gehouden in aanloop naar de nog te verschijnen structuurvisie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat robuustheid van infrastructuur een belangrijk uitgangspunt is sinds de mobiliteitsaanpak;
overwegende dat dit begrip onder meer kan slaan op:
- de toekomstvastheid van infrastructurele werken,
- de prestaties van de mobiliteitsnetwerken bij de dagelijkse mobiliteitsbewegingen,
- de prestaties van de mobiliteitsnetwerken bij verstoringen;
verzoekt de regering, in het kader van de nieuwe structuurvisie Infrastructuur & Milieu het begrip robuustheid voor de modaliteiten weg, spoor en binnenvaart te concretiseren zodat beslissingen over infrastructuur hierop kunnen worden getoetst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Slob
Zij krijgt nr. 6 (32660).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse, de op te stellen beleids- en structuurvisie Infrastructuur & Milieu en het daaraan gekoppelde geactualiseerde MIRT-projectboek mede zijn gebaseerd op de WLO-scenario's, verkeersmodellen en op beleidsuitgangspunten zoals streefwaarden voor de kwaliteit van de mobiliteit;
overwegende dat de ruimtelijke en infrastructurele opgaven fors hoger zijn dan de beschikbare middelen, dat scherpe prioritering noodzakelijk is en dat daarom voldoende inzicht nodig is in de gevoeligheid van de verkeersmodellen voor de verschillende inputfactoren;
verzoekt de regering, in de beleids- en structuurvisie Infrastructuur & Milieu een gevoeligheidsanalyse op te nemen van de relevante inputfactoren waarbij in ieder geval in wordt gegaan op de effecten van:
- lagere streefwaarden voor de snelheid op de hoofdverbindingsassen in de spits, en
- scenario's met hogere olieprijzen (100, 150 en 200 dollar per olievat),
en gaat over tot de orde van de dag.
Slob
Grashoff
Zij krijgt nr. 7 (32660).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er sprake is van forse reizigersgroei op de regionale spoorverbindingen en dat verschillende van deze verbindingen aanlopen tegen capaciteitsgrenzen, zoals Zwolle-Emmen, Arnhem-Elst en Arnhem-Doetinchem;
constaterende dat verschillende regio's wensen hebben voor uitbreiding van regionale stoptreindiensten, niet alleen op de gedecentraliseerde lijnen, maar ook op het hoofdrailnet;
constaterende dat de concept-Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse zowel voor de regionale spoordiensten op het hoofdrailnet als op de gedecentraliseerde lijnen geen overzicht van de knelpunten per traject geeft en daardoor nog niet voorziet in de in de motie-Cramer c.s. (32123-A, nr. 61) gevraagde actualisatie van de quickscan regionaal spoor;
verzoekt de regering, in samenwerking met de decentrale overheden een nieuwe quickscan te doen naar de markt en capaciteit van regionale spoordiensten op zowel het gedecentraliseerde net als het hoofdrailnet en de resultaten hiervan uiterlijk voorjaar 2012 te presenteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Slob
Grashoff
Zij krijgt nr. 8 (32660).
donderdag 28 april 2011
Moties infrastructuur: robuustheid, gevoeligheidsanalyse regionaalspoor
Labels:
Nieuws,
Tweede Kamer
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten